Nu we een goed begrip hebben van wat een brand doet ontstaan - zie Begrip van het vuur viervlak: een wetenschappelijke uitleg. Nu kunnen we analyseren welke soorten branden er zijn en wat de verschillen zijn. In deze blogpost zullen we een deel van Max Nijman's scriptie over vlamvertragers gebruiken om de mechanismen van een brand op een wetenschappelijke manier te beschrijven.
Citaat uit: Nijman, M. (2024). Kaumera als brandvertragend middel – de kansen en obstakels voor maatschappelijke implementatie volgens de SBMI in vergelijking met het Lean Startup Model. TU Delft.
The fuel of fire is not exactly the same as the molecule being combusted. Solid materials as well as large carbon chains, such as oils, are quite stable yet they still burn. This is due to a process called pyrolysis. The volatiles of the fire strip a small part of a larger molecule as a radical, which due to its small size, becomes a gas. This gas radical can then react with oxygen to combust. Therefore, it is not the wood itself that burns, but the components that are stripped from it, as is visualised in Figure 5. This adds an extra method of fire extinguishing: by increasing the distance between the fire and the fuel one both increases the heat dissipation as well as decreases the reaction speed of the fire. After all, if a molecule has to travel more, it is less likely to react. By increasing the distance between the pyrolysis, the area where terminating molecules can catch the radical and terminate its propagation is also increased (NEN Connect – ISO 3941:2007 En, 2007; NEN-EN 2 Brandklasse, 1994).

Figuur 5: Visualisatie van een vaste brand en de bijbehorende pyrolyse (Price et al., 2001, figuur 1.5)
Vaste branden zijn een veelvoorkomend brandtype; ze worden gedefinieerd als "branden waarbij vaste materialen, meestal van organische aard, betrokken zijn, waarbij verbranding normaal gesproken plaatsvindt met de vorming van gloeiende kolen"” (NEN Connect – NEN-EN 2:1994 En, 1994, p. 2). Dit omvat alles, van plastic tot hout en vezels. Dit wordt een type A-brand genoemd (NEN Connect – ISO 3941:2007 En, 2007, p. 394; NEN-EN 2 Brandklasse, 1994).
Type B-branden zijn branden waarbij vloeistoffen of vloeibaar te maken vaste stoffen betrokken zijn, zoals benzine of vet. Omdat vetbranden vaker voorkomen in woonomgevingen of commerciële omgevingen, krijgen ze vaak hun eigen officieuze klasse, de F-type brand. Ze blijven echter officieel deel uitmaken van de B-type branden. Omdat F-type branden extra heet en hydrofoob zijn, is de extra classificatie van toegevoegde waarde. Het blussen van F-type branden met water is zeer gevaarlijk, omdat het water door de hoge hitte direct verdampt en de brandende vetmoleculen door het gebied verspreidt. Dit zorgt er vaak voor dat de brand zich verder verspreidt. Dit is een belangrijk verschil met andere B-type branden, omdat niet alle B-type branden hydrofoob zijn en hydrofiele vloeistoffen kunnen worden geblust met op water gebaseerde oplossingen (NEN Connect – ISO 3941:2007 En, 2007; NEN-EN 2 Brandklasse, 1994).
Type C-branden branden daarnaast met een gasvormige brandstof. Een veelvoorkomend voorbeeld is een methaanbrand. Type C-branden hebben een hoge uitzettingssnelheid van gassen en een hoge concentratie van zuurstof rondom de gassen. Dit betekent dat type C-branden een groot explosiegevaar vormen (Jiang et al., 2013; NEN Connect – ISO 3941:2007 En, 2007; NEN-EN 2 Brandklasse, 1994).
Ten slotte zijn er de type D-branden, waarbij metalen betrokken zijn. Dit kunnen de beroemde lithiumbranden zijn van brandende batterijen, elektrische voertuigen of andere metalen zoals ijzer. IJzerbranden kunnen ontstaan in gebouwen wanneer een extreem hoge temperatuur wordt bereikt. Door de hoge temperaturen van deze branden zijn ze berucht moeilijk te blussen. Een van de meest voorkomende tactieken is het onderdompelen van het object in water. Dit dooft de brand niet, maar voorkomt dat het vuur zich verspreidt; de brand zal blijven branden totdat het metaal volledig is verbruikt (NEN Connect – ISO 3941:2007 En, 2007; NEN-EN 2 Brandklasse, 1994).
Bronnen:
Jiang, Y., An, J., Qiu, R., Hu, Y., & Zhu, N. (2013). Improved understanding of fire suppression mechanism with an idealized extinguishing agent. International Journal of Thermal Sciences, 64, 22–28. https://doi.org/10.1016/j.ijthermalsci.2012.08.004
NEN Connect—ISO 3941:2007 en. (2007). https://connect.nen.nl/Standard/Detail/116585?compId=10037&collectionId=0
NEN Connect—NEN-EN 2:1994 en. (1994). https://connect.nen.nl/Standard/PopUpHtml?RNR=45354&search=&Native=1&token=f415d741-4ccb-4ce9-9d27-ce6ad701de7b
NEN-EN 2 Brandklasse. (1994). https://connect.nen.nl/standard/openpdf/?artfile=344833&RNR=6562&token=88a3dae8-2b9d-47c6-97cd-a492755d15e5&type=pdf#pagemode=bookmarks
Voor meer informatie, bekijk de volgende berichten of plaats een vraag hieronder!
Hi, its nice piece of writing about media print, we all understand media
is a wonderful source of information.